Zeevarenden krijgen betere arbeidsvoorwaarden en sociale bescherming. In noodgevallen of bij een faillissement van hun reder kunnen zeevarenden voortaan een beroep doen op een verzekering. De Eerste Kamer heeft op 19 december daarover een wetsvoorstel aangenomen dat de wijzigingen van de Code en de aanhangsels van het Maritiem Arbeidsverdrag uit 2014 overneemt in Nederlandse wetgeving.
Verplichte verzekering [h2]
Reders moeten vanaf 1 februari volgend jaar verplicht een verzekering afsluiten voor zeevarenden aan boord van hun schepen. Zeevarenden kunnen daardoor bijvoorbeeld sneller naar huis bij calamiteiten, een scheepsramp of een faillissement van hun werkgever. Nu moeten ze soms maanden en in verre landen aan boord blijven voordat ze eindelijk naar huis kunnen.
Vervoer naar de thuishaven wordt geregeld bij voorkeur per vliegtuig, de zeevarenden krijgen maximaal vier maanden achterstallig loon doorbetaald. En in de tijd dat ze noodgedwongen aan boord moeten blijven, hebben ze recht op eten, drinken, verwarming, kleding en medische zorg.
Overlijden en langdurige arbeidsongeschiktheid [h2]
Ook bij overlijden of langdurige arbeidsongeschiktheid van de zeevarende door een bedrijfsongeval, beroepsziekte of bedrijfsrisico aan boord van het schip is de reder verplicht zich te verzekeren voor zijn aansprakelijkheid, staat in de wijzigingen van de Code van het Maritiem Arbeidsverdrag.
Alle zeevarenden moeten natuurlijk onder goede omstandigheden hun werk kunnen doen en ook meteen hulp krijgen als ze die nodig hebben. Goed dat dit nu ook voor hen aan boord van Nederlandse schepen is geregeld.' Minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
De wet is mede tot stand gekomen na overleg met de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders en de Vereniging van Waterbouwers namens de werkgevers en met Nautilus International namens de werknemers.
Er varen ruim duizend schepen onder Nederlandse vlag met zo'n 30.000 zeevarenden onder wie 7500 Nederlanders.
De nieuwe wet gaat in per 1 februari 2018.