ga naar de inhoud

'Zeelieden zijn wel wat gewend. Maanden van huis, een bemanningswissel die onverhoopt mislukt, een weekje later thuis, dat is het zeemansleven. Maar in coronatijd is dat anders, het is vooral de uitzichtloosheid die hen nekt. Even de benen strekken, een boodschapje doen of een biertje drinken op het terras na aankomst in een havenstad zit er ineens niet meer in. Een dokters- of tandartsbezoek ook niet. Aan wal worden de zeevarenden gezien als potentieel besmettingsgevaar. De schepen kunnen vaak wél de havens binnenvaren, om snel de vracht in- of uit te laden, maar de zeelieden mogen niet in contact komen met de wal.'

Zo staat te lezen in de NRC van vandaag. NRC sprak met drie Nederlandse kapiteins over die maanden op zee. De laatste van hen stapte deze week van boord.

Zeebonken met tranen

'Een bemanningswisseling op een vrachtschip organiseren is normaliter een routineklusje voor kapitein en Nautilus lid Douwe Joustra, een kwestie van drie mailtjes sturen. Zodra iemand aan het eind van zijn maandenlange diensttijd zit, wordt zo snel mogelijk een haven érgens ter wereld uitgekozen om van boord te gaan. Daar staat een vers bemanningslid klaar op de wal, om van plek te ruilen. Maar sinds corona kostte het de kapitein geen drie, maar driehonderd mails, en meer dan acht uur aan telefoongesprekken om één bemanningswissel te regelen. En dan nóg kwam vaak op het laatste moment de teleurstellende boodschap: het gaat toch niet lukken. Nooit eerder zag Joustra zoveel zeebonken met tranen, als hij ze voor de zoveelste keer op rij het slechte nieuws vertelde. Wéér niet naar huis.'

'Die jongens waren echt in mineur'

Kapitein en Nautilus Raad van Advies lid Henk Eijkenaar – zes man aan boord – laat zijn vrouw en kinderen achter in Noord-Italië, waar de coronacrisis een hoogtepunt bereikt terwijl hij op zee zit. Zijn Indonesische zeevarenden horen via het nieuws hoe in hun thuisstad Jakarta het virus heftig huishoudt. Goed internet heeft Eijkenaar niet aan boord, en de telefoonkaarten hebben alleen aan wal bereik. 'Die jongens hebben het ontzettend moeilijk gehad', weet de kapitein nog goed. 'Het werk ging ook steeds een beetje langzamer, ze waren echt in mineur.'

Weer niet naar huis

Zeevaart en Waterbouw zijn vitale sectoren

De International Transport Workers 'Federation (ITF), waarbij Nautilus ook is aangesloten, schat dat er nu wereldwijd circa 300.000 zeevarenden vastzitten aan boord van schepen als gevolg van de crisis bij het wisselen van bemanning, veroorzaakt door Covid-19 grens- en reisbeperkingen van regeringen. En een gelijk aantal zeevarenden wacht om af te lossen aan wal. Dat maakt dat 600.000 zeevarenden door deze crisis worden getroffen.

Ook tal van Nautilus/FNV Waterbouw leden hadden al lang afgelost moeten worden, maar door de Coronacrisis is dat nog altijd moeilijk, door allerlei -vooral reis- restricties die er gelden. Nautilus International pleit er nadrukkelijk voor bij overheden en allerlei internationale instanties om ook de zeevaart en waterbouw als vitale sectoren te bestempelen en aflossingen te faciliteren. Een fitte bemanning is hoogst essentieel voor de onbelemmerde en veilige vaart. Fatigue en alle daarmee gepaard gaande ongelukken liggen constant op de loer. Ook in de pers, op websites en radio en televisie, vraagt Nautilus regelmatig aandacht voor deze nijpende kwestie.


Tags

Word vandaag nog lid van Nautilus